Zelfvoorzienend naar camping en camperplaats
In juni en juli 2020 maakten we korte trips in Nederland, nadat we een half jaar door Covid binnengehouden waren door onze overheid. Het bleek dat de camper een ideaal middel was om aan de reisbeperkingen te ontsnappen. Alle trips die we in dit blog onder het label ‘Nederland’ hebben gepubliceerd, maakten we in die beruchte inter-Covid periode. Veel opmerkingen in die stukken moet je dan ook tegen deze achtergrond bekijken.
Omdat de blogs een beeld geven van een periode die gelukkig achter ons ligt, lijkt het ons goed de berichten ongewijzigd te laten staan. Let wel: hier en daar kan de informatie dus wat verouderd zijn!
Een heel fijne camperplaats bij Hattem, de IJsseldelta Marina. Voldoende ruimte om voor de camper te zitten…
Even bellen van tevoren
Wij zijn feitelijk geen liefhebbers van het hutje-mutje-op-een-rij principe dat op veel camperplaatsen wordt toegepast. Toch staan we tijdens onze reizen redelijk vaak op camperplaatsen waar je nauwelijks je deur kunt openen zonder met de buren in conflict te komen (bij wijze van spreken, natuurlijk). Meestal is dat echt op doorreis en voor één nacht. We juichen al bij het zien van een aardige grasstrook tussen de campers of een grazige berm waar we onze tafel en stoeltjes kunnen neerzetten. Toen we besloten om een reeks korte routes in Nederland uit te zetten, kozen we de camperplaatsen uit op die voorkeur. We bekijken de foto’s die camperaars op Campercontact plaatsen en als we veel gras zien, zetten we die CP of camping op onze lijstje.
De afgelopen weken hebben we steeds voor de zekerheid even gebeld naar de adressen van onze keuze. Want tja, het kan storm lopen in deze tijd. Op de plaatsen van bestemming hoorden we inderdaad dat de meesten even bellen. De camperplaatshouders hebben het er maar druk mee. Sommige camperaars vertelden ons dat ze het tegennatuurlijk vonden om te reserveren. ‘Nooit eerder gedaan’, hoorden we een paar maal. Campingeigenaren kijken daar anders tegenaan, want ze zijn het toch al gewend. Hoe dan ook, voor het vervolg van ons Nederlandse routeproject bellen we steeds voor de zekerheid even op.
Hier worden wij gelukkig van. Een flink stuk gras onder onze voeten, een koe als gezelschap (!) en voldoende ruimte om een gezellig zitje neer te zetten en eventueel de luifel uit te draaien. Dit vonden we vlak bij Ootmarsum op een kleine boerencamping, de Erve Bekhuis.
Afwassen in de camper
Zo trokken we van stad naar dorp, van eiland naar landgoed of natuurreservaat. Vaak bleven we twee nachten ergens staan, omdat we de ene dag een stadswandeling maakten en de andere dag een fietstocht. Het was daarom belangrijk dat er een stortplaats was voor ons chemische toilet op de CP of camping. Na twee dagen was hij vol, onherroepelijk. Want… tot 1 juli kon je nergens naar de wc. Later, na 1 juli, als we een plaatsje op een terras van een café of restaurant konden bemachtigen, bracht dat enige uitkomst. Maar tot dan moest ik af en toe een boom opzoeken en moest Loes het gewoon ophouden. Onze actieve dagen waren daardoor korter dan anders. Niet erg, want zo kwamen we ook weer eens aan onze portie literatuur toe.
De afwas doen we bijna altijd al in de camper. Weliswaar zagen we overal dat de afwasbakken beschikbaar waren, maar ja, daar zit dan wel iedereen aan de kranen en de randen van de wasbak. Zo blijf je handen wassen en wordt het risico op besmetting er niet kleiner op.
Zelf afwassen, douchen, handen wassen in de camper, kost veel water. Dus moesten we erop letten dat de stortplaats voor grijs water met de vulkraan voor vers water goed bereikbaar is.
Wat viel ons op?
In de eerste plaats zagen we dat camperplaatsen in Nederland steeds meer op campings gaan lijken. Maar de structuur van een camperplaats, waarbij alle campers in een strakke lijn naast elkaar staan, blijft heel vaak hetzelfde. Kijk maar naar de foto hieronder van een vrij nieuwe CP bij Ootmarsum. We zien wel dat de eigenaren van CP’s hun best doen om wat meer leefruimte te bieden. Daar staat dan weer een wat hogere prijs tegenover. Voor veel camperaars hoeft dat niet. Ze staan liever gratis op een parkeerterrein bij een sportveld of bedrijf, dan €15 te moeten betalen op een luxe camperplaats. Dat heeft ook wel iets van de oude romantiek van het camperen. Dat je gaat staan waar je wilt en je eigen uitzicht bepaalt. Helaas kan dat laatste niet meer overal en zeker niet in Nederland (we horen het graag als we het mis hebben!)
Verder viel ons op dat er steeds meer leuke intieme boerenterreintjes zijn, waar je uitstekend met de camper kunt staan. Ben je lid van de SVR of van de Vekabo, dan sta je er ook nog eens voor een vriendelijk prijsje. Zo kostte de overnachting op de Boerencamping Erve Bekhuis €16, inclusief stroom en wifi.
Tenslotte: wat een genot om weer onderweg te zijn met onze camper. Zonder Corona zouden we nu net terug zijn gekomen van een grote reis door Noorwegen, o.a. naar de Lofoten en de Noordkaap. Die staat nu voor volgend jaar op het programma.
Dit jaar hopen we een mooie serie routes door Nederland te kunnen afmaken, zodat we die begin 2021 kunnen uitgeven.
Goed idee, zal zeker aanschaffen.