In de zomer van 2022 zouden we onze lang gekoesterde droomreis maken: met de camper IJsland rond. Ruim voor de geboekte vertrekdatum van 13 juni gingen we aan de slag: gidsen en blogs lezen en veel YouTube filmpjes bekijken. Je kunt bepaald niet zeggen dat we onvoorbereid op reis gingen.
En toch ging er iets goed mis…
We boekten een vlucht en een camper bij een van de reisorganisaties die op IJsland zijn gespecialiseerd. Vertrek vanaf Rotterdam, dus geen lange wachttijden. Maar druk was het er wel, de ochtend van vertrek. Een lange rij met subtropische en arctische eilandhoppers, bewoog heen en weer tussen de wachtrijpaden. Na elke bocht zag je weer dezelfde gezichten. Sommigen hadden mondkapjes op, je weet maar nooit, al was het niet meer verplicht. Maar de meesten liepen er vrolijk en onbekommerd rond druk pratend, lachend, hoestend en niezend. Enfin, zoals dat gaat in lange rijen.
F-wegen zijn taboe
Eenmaal in de lucht was het bijna drie uur afzien. Als haringen in een ton aan boord van een Transavia Boeing… ik weet wel leukere manieren om vervoerd te worden.
En dan komt het moment dat je in het prachtige noorden van IJsland in je huurcamper stapt, enige uitleg krijgt over de werking van wc, kachel, gaspitten en gasfles en van de wegen die je wel of juist niet mag berijden. De onverharde F-wegen het binnenland in zijn absoluut taboe, tenzij je een speciale 4-wheeldrive camper hebt. Als je er met de standaardcamper schade oploopt, dekt de verzekering niets. En als je onderweg bij windkracht 7 of hoger van de weg afgeblazen wordt, is de schade ook voor jouzelf. Kortom, wees op je hoede als je met een huurcamper IJsland rond wilt rijden.
1 bier, 1 wijn en 2 hamburgers: €70,-!
Ons plan was om de rondweg, no.1 te volgen, zoals de meeste toeristen doen, maar op een aantal plaatsen zijwegen te kiezen. Zo gingen we direct naar het noorden vanuit Akureyri, onze startplaats, over weg 82 naar Siglufjördur, dat dicht bij de poolcirkel ligt. De camperplaats bij de haven was een platte parkeerplaats, maar met een geweldig uitzicht over de bergen rondom, die deels nog met sneeuw waren bedekt. Bij de haven was een verwerkingsbedrijf van garnalen en kreeften, dat af en toe een ‘heerlijke’ geur verspreidde, en er stond een langwerpig houten gebouw met op de kop een restaurant, het ‘Harbour House Café. We konden de verleiding niet weerstaan en bestelden een wijntje en een biertje, én twee hamburgers. ‘Of we even wilden afrekenen: €70,-!’
Op dat moment lachten we erom, opgelucht als we waren dat we heelhuids op deze leuke plek terechtgekomen waren. Want de weg had een paar verrassingen voor ons in petto: korte onverharde stukken en een lange, smalle en heel donkere tunnel. Voor tegenliggers moest je een passeerplaats ingaan en dat paste maar net. Klamme handjes!
De volgende dag zouden er nog drie van die tunnels volgen en meerdere stukken onverharde weg. Het was hotseknotsen over slechte wegen met steil aflopende bermen en geweldige uitzichten. Maar wanneer je een 6.90 meter lange camper met te zachte vering en schokdemping op de weg moet houden, kan je daar niet erg van genieten…
Op dag 4 sloeg het noodlot toe
De derde dag verliep iets beter. Weg no. 1 richting Reykjavik was goed te doen, al waren de steile bermen, direct naast de rijstroken, een constante zorg. Maar goed, je gaat naar IJsland om te genieten van imposante landschappen met vaak mooie bergen en besneeuwde toppen, van watervallen en van langgerekte glooiende dalen, waarin het licht soms een betoverende show geeft. We konden er af en toe best van genieten, maar… op dag 4 sloeg het noodlot toe: Covid! ‘Natuurlijk die vermaledijde rij op Rotterdam of die krappe ruimtes in die Boeing’ dacht ik meteen. Eerst ging ik plat en vier dagen later volgde Loes. Op dat moment was onze duurbetaalde rondreis zo goed als voorbij. Hoewel we allebei goed ‘geboosterd’ op reis gingen, leek het ons gezien onze leeftijden toch verstandig om niet te ver bij de gezondheidszorg van Reykjavik vandaan te gaan.
Na een paar dagen gingen we door naar Selfoss, de grote watervallen van Gulfoss en de Strokkur geyser, waarna we het beroemde rondje ‘Golden Circle’ afmaakten en terugreden naar Akureyri. We hadden uitgerekend dat we onmogelijk, zelfs niet in een hoog tempo, de complete rondreis van IJsland konden afmaken.
Uiteindelijk bleven we zitten met een stevige IJsland-kater. Maar dat kwam niet alleen door de Covid.
In de afbeeldingen carroussel geven we een korte impressie van de mooie plaatsen, waar we ondanks alles van hebben genoten.
Onder: onze laatste standplaats in IJsland: Camping 66.12 North, op het schiereiland boven Husavik. Dit was de meest noordelijke plek waar we hebben overnacht. Hier passeren geregeld walvissen. Met een beetje geluk en geduld kan je ze hier spotten. Maar bij het tamelijk extreme weer dat we hier hadden, regen, harde wind en 3 graden koud, is dat niet gelukt. In de baai van Reykjavik hebben we ze overigens wel gezien, maar op grote afstand.
Husavik wordt trouwens de walvis-hoofdstad van IJsland genoemd. Je hebt hier een ruime keuze aan bedrijven die je ‘gegarandeerd’ in contact brengen met orka’s, vinvissen of bultruggen.
Hier sta je op het eind van de wereld. Zo voelt het op Camping 66.12 North
En natuurlijk moest er op het einde van de reis nog een mooie selfie komen bij een waterval… Hier bij de Godafoss tussen Husavik en Akureyri
Onze conclusies
- De keuze voor een fullsize camper was verkeerd. Ook al was de huurcamper vergelijkbaar met onze eigen camper, er was een groot verschil: we moesten IJsland rond in een slap geveerde waggelwagen. Geen pretje op slechte wegen… En dan waren er nog de beperkingen die de verzekering van de verhuurder oplegde.
- Een volgende keer zouden we kiezen voor een vlucht naar Keflavik (bij Reykjavik) en daar een buscamper huren. Daarmee ben je iets mobieler en stabieler. Vanuit Reykjavik volg je dan eerst de zuidkust, waar de meeste highlights te vinden zijn. Heb je aan het eind nog tijd over, dan is een rondrit over het schiereiland Snaefelsness een geweldige afsluiting. Online vond ik bij Indie Campers een buscamper met alles erop en eraan voor nog geen €3.500 voor de eerste 2 weken van juni 2023. Met 2 economy retourtickets bij Icelandair komt daar ca. €800 bij. Dan zijn we bijna €1.000 goedkoper uit dan ons arrangement van 2022 (2 weken voor ruim €5.200).
- Ook te overwegen: overtocht met Smyril Line, 3 dagen op zee met stopover op de Faroer eilanden. 2 personen met camper van 7 meter, overnachten in standaard buitenhut met 2-persoons bed. Zonder eten en drinken mee te rekenen komt die overtocht je op ca. €4.400. Groot voordeel: je hebt je eigen camper mee en kunt er ook 6 weken of langer over doen om IJsland te ontdekken. Nadeel: de overtocht kan heel onstuimig zijn op dit deel van de Noordelijke Atlantische Oceaan.
Tenslotte: IJsland is echt een land om lange wandeltochten te maken en soms een 4-WD tocht te boeken over een gletsjer, om vulkanische verschijnselen en indrukwekkende watervallen te zien. Stedenschoon moet je er niet verwachten, zelfs Reykjavik maakte op ons geen grote indruk. Wat wel indruk maakte: het prijsniveau! Onbetaalbaar is het niet, maar wel duur, soms in de overtreffende trap! Het voordeel van de camper is dan weer, dat je uitgekiend boodschappen kunt doen en zo de totale uitgaven enigszins kunt beheersen.
Leuke en leerzame blog over een half avontuur! Maar het belangrijkste is dat jullie weer gezond zijn.
Hartelijke groet,
GeoKars & GEOrgCACHING
onderweg als DNF