De ‘gespleten stad’ Ronda is een ideaal uitgangspunt
De Witte Dorpenroute ligt in een van de aantrekkelijkste delen van Andalusië: tussen de Sierra Nevada en de Sierra de Grazalema. Ronda is een ideaal uitgangspunt om (een deel van) deze route te rijden.
Ronda is een van de mooist gelegen steden van Spanje. De stad ligt boven op een rotsplateau dat wordt doorsneden door de steile Tajokloof van ruim 100 meter diep. Beneden loopt de rivier Guadalevin. Die is vanuit de stad bereikbaar via een halsbrekende afdaling over een trap genaamd La Mina, die vanuit de Jardines de Forestier in 365 treden afdaalt naar de rivier. Wij hebben ons daar niet aan gewaagd, maar hebben zoals de meeste bezoekers van Ronda ademloos aan alle kanten van de brug, de Puente Nuevo, in de diepte staan kijken. Rondom de brug staan hotels en restaurants, waarvan vooral Don Miguel speciale vermelding verdient. Niet zozeer om zijn keuken met lokale specialiteiten, die is middelmatig, maar vooral omdat je er een prachtig uitzicht hebt op de kloof en de brug. Een aantrekkelijk punt is ook het park voor de Plaza de Toros. Achter de hekken heb je een schitterend uitzicht over de heuvels rond de stad. En met een beetje geluk beleef je een bijzondere zonsondergang.
Langs ‘Witte Dorpen’ over bochtige, smalle wegen
Ronda is voor ons twee dagen lang het uitgangspunt van rondritten langs de ‘Witte dorpen’ van Andalusië, dwars door de schitterende Sierra de Grazalema. In Spanje is de Ruta de los Pueblos Blancos een begrip. Je merkt dat onmiddellijk wanneer je de dorpen in het weekend bezoekt. Op de parkeerplaatsen bij de wandelroutes staan veel auto’s. Hele families zijn onderweg om van de natuur te genieten. En ’s middags is het in de dorpen gezellig druk, want tussen twee en vier uur wordt overal op terrassen geanimeerd (en smakelijk) gegeten. Tot onze verrassing zien we ook op parkeerplaatsen grote Spaanse families met vrienden, kennissen en kinderen aan de picknicktafels zitten. Barbecues, kooktoestellen, gasflessen en koelboxen vol heerlijks staan rondom uitgestald. Hier wordt van het goede leven genoten!
Wie de hele rondrit van 235 kilometer wil maken, doet er in ieder geval goed aan ongeveer halverwege een tussenstop te maken. De wegen zijn namelijk erg bochtig en onze snelheid kwam al nauwelijks boven 40 km per uur.
Natuurlijk zijn er een paar bijzondere dorpen om uitgebreid rond te kijken. Bovendien is de route landschappelijk zo mooi, dat je regelmatig wilt stoppen om van het uitzicht te genieten of een van de vele uitgezette wandelingen wilt maken. Reisgidsen beschrijven de route doorgaans vanaf Arcos de la Frontera en in dat geval is Camping El Sur in Ronda een prima overnachtingsplaats. Een andere mogelijkheid is camping Pueblo Blanco bij Olvera en Camping Lago de Arcos in Arcos de la Frontera. En verder zijn er buiten het seizoen (oktober-maart) vele mogelijkheden om op parkeerplaatsen van dorpen te staan.
De mooiste? Zahara de la Sierra met een heuse Nasridenburcht op de top
Van de stadjes die wij bezochten of passeerden willen we er twee van harte aanbevelen. In de eerste plaats Grazalema. Dit plaatsje ligt als een witte vlek tegen de berghelling met op de achtergrond de Peñon Grande, een enorme steenklomp van meer dan 1000 meter hoogte. Het is een typisch voorbeeld van een Moors stadje met een wirwar van smalle straatjes met witgepleisterde huizen. Vreemd genoeg is Grazalema de natste plek van heel Spanje. Doordat hier de vochtige lucht van de oceaan op de hoge bergketens rondom stuit, kunnen er enorme wolkbreuken ontstaan. Het gezellige dorpsplein, de Plaza de España, is een verzamelplaats voor inwoners en toeristen. Aan het begin van het dorp, even voorbij het plein, is een grote parkeerplaats waar plek genoeg is voor campers. In de winkeltjes zien we dekens en lappen stof, die ter plaatse worden gemaakt.
Zahara de la Sierra krijgt van ons het hoogste rapportcijfer. In de eerste plaats door de ligging tegen een rotswand naast een groot stuwmeer. Bovenop de rots staat het restant van een Moorse burcht, gebouwd in de 12e eeuw door de Nasriden. Dit was een van de vele schakels in de verdedigingslinies van de Nasridenkoningen tegen de katholieke belagers.
De klim naar de burcht is lang en steil, maar zeer de moeite waard omdat het uitzicht over het stuwmeer en het omringende landschap hier grandioos is. En na de afdaling wacht in de hoofdstraat van het dorp de beloning. Want op het plein voor het barokke kerkje van Santa Maria de Mesa lonken de terrassen. Op een mooie zondag is het hier een gezellige boel!
Ubrique is nog een derde dorp langs de route dat de moeite waard is. Hier komen we langs op onze etappe naar Tarifa en we overnachten er op de camperplaats.
Oogverblindend mooi: de spierwitte huizen tegen de achtergrond van een donkere steile rots, met daar bovenop een Nasridenburcht uit de 12e eeuw