Plotseling hadden we een camper met ervaring
Onze reizen verlopen doorgaans zonder grote ergernissen of ongelukken. Maar als je zo’n zes tot acht weken onderweg bent, in Engeland, Frankrijk, Spanje of Italië, dan zijn er af en toe van die momenten waarop je even de adem inhoudt. Een onverwacht opdoemende verkeersdrempel van ongekende afmetingen zorgt soms voor zo’n typisch schrikmoment.
“Hobbel!!” roept Loes steevast als ze er één in beeld krijgt. (Of ik roep het, als Loes rijdt.) We hebben dat zo afgesproken om onaangename verrassingen te voorkomen. Maar soms gaat het mis. Bijvoorbeeld in dat leuke vissersplaatsje in Bretagne. De aandacht is even afgeleid door een kleurig vissersbootje en KLABAMMM! De camper maakt een sprong en alle pannen, kopjes, borden, messen en vorken springen mee. Bij de eerstvolgende stop is het alle hens aan dek bij het openen van het kastje boven het keukenblok. Anders komt meteen de halve inventaris naar beneden.
Dat is nog kinderspel vergeleken met wat ons op de reis naar Zuid-Engeland overkwam.
Na een paar honderd meter begrepen we wat het bord ‘Not for HGV’ feitelijk betekende. Maar toen was het te laat.
We reden rond Hemelvaartdag vanaf Dover langs de Zuidkust naar Devon. Veel Engelsen waren op hetzelfde idee gekomen, ontdekten we. De campings waren erg vol, vooral direct aan de kust. In een gidsje met Seaview campings hadden we twee mogelijke overnachtingsplekken uitgezocht met een geweldig uitzicht. De eerste was vol, geen plek meer te bekennen. “Probeer het eens bij de buurman,” zei de vriendelijke baas aan de receptie. “Die heeft vaak nog wel een plekje. Even terug, 200 meter doorrijden en dan linksaf.” We bedankten hem, draaiden de camper de goede kant uit en zagen inderdaad even verderop een bordje van een camping. Nog iets verder een ander bordje: ‘Not for HGV’, geen toegang voor vrachtwagens. Dat geldt dus niet voor ons, want onze camper is weliswaar meer dan 3000 kg zwaar en 2.30 meter breed, maar het is geen vrachtwagen. Dus welgemoed het zijweggetje ingeslagen.
Na een paar honderd meter begrepen we wat dat bord feitelijk betekende. Maar toen was het te laat. Het weggetje steeg vrij steil, het was bochtig en werd steeds smaller. Links en rechts en boven ons werd de begroeiing van klimop en rozen steeds weelderiger en al snel kraste het er lustig op los. Het geluid ging ons door merg en been. Onze camper was weliswaar niet gloednieuw, maar tot dan toe zag hij er aan alle kanten helemaal gaaf uit. Keren was uitgesloten. We moesten door. Eenmaal boven stonden we op een steil oplopend terrein, met schots en scheef opgezette tenten en geparkeerde buscampertjes. Elk plekje dat niet al te schuin was bleek bezet.
Daar stonden we dan… Keren bleek een helse toer te zijn, maar uiteindelijk lukte het. En toen terug, op hoop van zegen.
Voortaan letten we iets beter op verkeersborden en andere aanwijzgingen
We baalden van de zichtbare strepen
Enfin, op de terugweg kwamen er nog wat krassen bij, op de wanden, op het dak en op de ramen. Beneden keken we elkaar verbouwereerd aan. We baalden van de zichtbare strepen en krassen. Om bij te komen van de emoties maakten we eerst even een sterke bak koffie. We zaten er nog een beetje wezenloos bij te kijken, tot mijn altijd optimistische reis- en echtgenote met een ironische grijns op haar gezicht opmerkte: “Nu hebben we een camper met ervaring!”.
Later thuis hebben we de krassen, tegelijk met de gebruikelijke zwarte strepen voor zeker 90% kunnen wegwerken met een speciaal poetsmiddel. Na drie lagen harde wax moet je nu erg goed kijken om er nog iets van te zien.
Sindsdien letten we iets beter op bijzondere verkeersborden…